Dag-tot-dag reisverslag

Zaterdag 3 mei - Ons vertrek naar St.Jean Pied de Port
Het is half vijf als de wekker gaat. Na een snel ontbijt stappen we om kwart over vijf in de auto. We worden weggebracht naar Antwerpen waar we onze eerste trein moeten nemen. Na enige tijd wachten komen we erachter dat de trein een vertraging heeft van minimaal 15 minuten en moeten we alsnog hals over kop met de auto verder naar Brussel. We halen het maar nét dankzij de tomtom.

De reis verloopt verder voorspoedig en om half 5 's middags worden we hartelijk verwelkomd door de herbergiers van onze eerste refugio in St. Jean Pied de Port.

We halen onze eerste stempel en besluiten om het stadje te verkennen.








Om half 8 kunnen we aanschuiven voor het avondeten en daarna willen we vroeg naar bed.

We zijn allebei toch wat gespannen voor morgen. Marie-José






Zondag 4 mei - Van St.Jean Pied de Port naar Roncesvalles









Wat een dag! Wat een geweldige dag!Het was vaak afzien, voor ons beiden. We hebben erg tegen deze dag opgezien vanwege de zéér steile, lange afstand.
Maar het prachtige weer, de imponerende Pyreneeën en de geweldige uitzichten hebben ons naar boven ´gedragen´.

De bergen hebben indruk op ons gemaakt maar zeker ook de eigen prestatie.

Het was zwaar maar wel te doen. Voor mij persoonlijk zat het venijn in de staart; de lange afdaling was een beproeving vanwege mijn slechte knie.
Eind goed al goed, we zijn erg trots op ons zelf! Jolanda















Maandag 5 mei - Van Roncesvalles naar Larrasoana
Het is 6 uur in de ochtend als opeens het licht vol aangaat. De klanken van een Gregoriaans koor zwellen aan en vullen de slaapzaal. Ik weet genoeg: het gaat helemaal goed komen vandaag.
Om 7.00u zijn we onderweg. Het is jammer dat het regent. Na twee kilometer bereiken we een dorpje waar we een snel ontbijtje nemen. De route voert door een pas ontloken loofbos. Het ziet er zo frisgroen uit! Om 10.00u kan de regenjas uit en de zonnebril op, heerlijk. Tegen lunchtijd komen we geen enkel dorpje tegen en dus moeten we het doen met ieder een half oud stokbrood van gisteren en ieder twee Bifi worstjes (nog van thuis). Het smaakt er niet minder om.


Om 14.00u bereiken we Zubiri. Hier kunnen we overnachten maar het is nog zo vroeg in de middag... We besluiten naar het volgende dorp te lopen.

Dat ligt zes km verder en dus denken we er uiterlijk 15.30u te zijn. Dat blijkt al snel een misrekening: pas tegen 16:30u bereiken we Larrosoana. Een slaapplaats is snel geregeld maar helaas wordt het plaatselijke restaurant verbouwd en dus is er in het hele dorp niets te eten. We bemachtigen vijf sneetjes witbrood en een stuk worst: ons avondeten en misschien ook nog het ontbijt voor morgenvroeg. Lekker gevarieerd menu dus! Wat een vreemd dorp!


Al met al zijn we toch weer trots op onszelf. Alweer 27 km ´op de teller´ met een paar flinke beklimmingen en gemene afdalingen. We hebben een prachtige dag gehad.
Enig minpuntje van vandaag... my bad hairday!!
Marie-José




Dinsdag 6 mei - Van Larrosoana naar Pamplona
Eerst maar eens even iets vertellen over het slapen /opstaan ritueel. Vanaf een uur of drie druppelen de pelgrims bij de refugio´s binnen en krijgen een bed toegewezen. Het duurt niet lang of de meeste stapelbedden zijn bezaaid met rugzakinhoud en mensen. Het wordt een gezellig zooitje. Soms wordt er nog een maaltijd geserveerd en zo vanaf negen uur duikt elke pelgrim het bed in. En dan laat de nacht van zich horen. Voor mij tenminste. Je raadt het al, ik doe geen oog dicht ´s nachts op een paar hazenslaapjes na.

Rond een uur of 6 in de ochtend komen de pelgrims weer tot leven: het geritsel van plastic zakken, de ruisende geluiden van zijden slaapzakken die opgerold worden. Verschillende nationaliteiten beginnen door elkaar te kakelen. Vandaag hebben we een korte tocht, 16 km naar Pamplona. Een erg prettig vooruitzicht na de twee laatste bergetappes. Blijkbaar hebben we het verdiend, het is prachtig mooi weer. We moeten het doen zonder ontbijt. Pas na 11 km kunnen we genieten van een kopje koffie en thee. De tocht voert ons door bergen en dalen begroeid met gele brem. Het is gewoonweg weer genieten geblazen. Om kwart over 12 lopen we Pamplona binnen. De eerste de beste refugio wordt de onze: refugio Paderborn.

Een snelle douche, we doen gauw ons wasje en dan Pamplona in. Om 19:00 u het pelgrimsmenu en waarschijnlijk liggen we om 21.00 u in bed. Jolanda





Woendag 7 mei - Van Pamplona naar Puente la Reina
Om 05.45u ben ik blij dat ik eindelijk kan opstaan na alweer een nacht van: slapen, wakker, slapen, wakker. (Can somebody please kill the frog?). Na een heerlijk warme douche krijgen we een lekker ontbijtje. Als we om even over 07.00u vertrekken worden we ter afscheid hartelijk gekust door beide hospitaleros, ¨Buen Camino¨. Wat een lieve mensen!

We lopen eerst de stad Pamplona uit en al snel doemt alweer een berg voor ons op. Ben ik echt zo naïef geweest om te denken dat ik alleen in de Pyreneeën zou moeten klimmen? Ondertussen weet ik dat er elke dag wel wat te beklimmen valt. Maar zie, zelfs ik kom -weliswaar zwaar hijgend- uiteindelijk toch boven.









Om 11.30u staan we boven op de top, de Alto del Perdon. Even krijg ik een gevoel van onoverwinnelijk zijn. Natuurlijk nemen we foto´s van onszelf bij het pelgrimsmonument.

De laatste tien kilometer is het alleen maar afdalen; voor mij toch iets makkelijker.

We wandelen door een gebied van uitgestrekte graanvelden, amandelbomen en olijfbomen. Mij bekruipt opeens een gevoel van gelukzaligheid. Begint dat nu al? Het is 15.00u als we Puente de Reina binnenlopen: ons einddoel voor vandaag .We treffen een prachtige refugio waar we zelfs onder de massagedouche kunnen. Wat een traktatie! We draaien ons wasje en duiken het stadje in.










Het heeft een historisch centrum met een prachtige kerk. We doen inkopen (brood en worst) voor morgen en zijn op tijd terug voor onze pelgrimsmaaltijd; een uitgebreid buffet dit keer. Daarna terug naar de refugio waar we nog even dit verhaaltje intokkelen. Marie-José




Donderdag 8 mei - Van Puente La Reina naar Estella
Vandaag zijn we als een van de eersten op pad voor de tocht van 22 km. Ontbijten doen we lopend; een yoghurtje en een mueslireep.


De met brem begroeide bergen hebben we achter ons gelaten en we worden omringd door glooiende graanvelden. We komen door kleine stadjes waar we telkens hopen op een kopje koffie of thee, maar niets. Voor mij zijn het net spookstadjes. Of je er nu om 08.00 u in de ochtend komt of midden op de dag. Er loopt niemand op straat, de luiken voor de ramen zijn dicht. Er lopen alleen maar pelgrims.












Het is vandaag regenachtig en die regen maakt de dag extra zwaar. De paden waarover we lopen zijn kleipaden. Onze schoenzolen worden drie centimeter dikker en bij elke stap voelt de schoen aan alsof hij 2,5 kg weegt.





De paden en afdalingen zijn werkelijk gevaarlijk en menig pelgrim schuift onderuit. Het is echt afzien vandaag. De vermoeidheid begint ons nu parten te spelen.









We zijn dan ook blij als Estella in zicht komt waar de refugio (met 114 plaatsen) voor 16.00 u vol is.


Veel vermoeide pelgrims moeten kun heil ergens anders zoeken en dat zal niet meevallen. Wij hebben geluk gehad. Jolanda




Vrijdag 9 mei - Van Estella naar los Arcos

We kunnen ontbijten tussen 06.00u en 07.00u. Om 06.50u zitten we aan tafel en tien minuten later gaat het licht uit! Iedereen moet nu de refugio verlaten. Zoiets raars hebben we nog niet meegemaakt. Uit pure balorigheid maak ik in de hal een dansje met een oudere dame uit Canada op muziek van Bob Marley. Zo, mij krijgen ze niet chagrijnig vandaag! Vijf minuten later zijn we op pad.



Het is bewolkt en het regent af en toe. Niet bepaald een dag om over schitterende vergezichten te vertellen. Onze blik is gericht op het pad en waar we onze voeten gaan zetten. Een misstap kan ernstige gevolgen hebben. Een Duitse vrouw is gisteren op het glibberige modderpad voorover gevallen. Zij heeft haar neus gebroken en heeft een gat in haar voorhoofd. En er is een Amerikaanse jongen gevallen en die heeft daarbij niet alleen zijn knie en hand ernstig bezeerd, maar ook zijn arm is uit de kom geraakt. Het slechte weer doet zijn best om onze stemming te ondermijnen; het lukt niet. Toch geniet je meteen minder van zo´n dag.


We zijn dan ook blij als we Los Arcos bereiken. Het is mooi geweest voor vandaag. In de refugio besluiten we dankbaar gebruik te maken van de aanwezige wasmachine en droger. Het is heerlijk om alles weer eens echt fris en schoon te hebben. Het regent nog steeds en dus is een dutje doen de beste optie.

 
Als we per sms horen dat het thuis erg warm weer is..... grrrr.Om 19.00u genieten we van een pelgrimsmenu waarbij we zelfs kunnen kiezen uit vier voorgerechten en vier hoofdgerechten. Wat een luxe! Terug in de refugio duiken we weer vroeg ons bedje in. Morgen hebben we een lange dag voor de boeg. Marie-José.





Zaterdag 10 mei - Van Los Arcos naar Logroño

28 Kilometer regen, blubber; je raadt het al we gaan weer klei-klossen. In no time hebben we weer een dikke laag klei aan onze schoenen hangen waar een pottenbakker een 25-delig servies van kan maken.

Ondanks dit alles vind ik het nog steeds een groot avontuur waarin ik ook veel kleine avontuurtjes beleef waaronder de moeilijke afdaling door de bedding van een kleine stroompje bezaaid met grote stenen.
Na zeven kilometer modderige paden hebben we er genoeg van. We klimmen het talud van een bovenliggende snelweg op en besluiten langs de autoweg naar Logroño te lopen.




Ook gevaarlijk dat weten we maar als we dit niet doen dan zullen we Logroño waarschijnlijk niet halen. En in Logroño willen we morgen onze hoognodige rustdag doorbrengen.
Het asfalt geeft ons weer spirit en we meten de tijd tussen de kilometerpaaltjes die langs de weg staan. We lopen zes kilometer per uur, dat schiet op. Na een welverdiende pauze op negen kilometer van Logroño moeten we het laatste stuk toch weer de caminoroute op.

We raken bijna in juichstemming als het plotseling droog wordt en we Logroño aan onze voeten zien liggen; wat een grote stad. Ik zit er al goed doorheen als we rechts van de weg een bouwvallig huisje zien met aan de straat een oud vrouwtje dat iedere voorbij komende pelgrim van een stempel voorziet. Zo te zien doet ze dit al haar hele leven lang.
We laten het vrouwtje achter en komen snel Logroño binnen alwaar de refugio staat te lonken. Snel inschrijven. We zijn allebei door en door nat en verlangen naar een douche en droge, warme kleding. We zijn ook beiden blij dat we vrijwel blaarvrij zijn. De meeste pijn zit in onze spieren en mijn linkerknie wil nog wel eens opspelen. De rustdag morgen zal ons zeker goed doen. Jolanda

Zondag 11 mei - Van Logrono naar Navarrete
Als om 06.00u iedereen weer begint te rommelen blijven wij nog even lekker op ons bedje liggen. Per slot van rekening is het onze rustdag vandaag. Even later staan we toch maar op omdat we om 08.00u de refugio moeten verlaten.
We lopen naar het centrum waar we een ontbijtje willen scoren. Helaas, alles is gesloten omdat het zondag is. Daar staan we dan. Pas om 12.00u kunnen we hier eventueel een hotelkamer krijgen.
Heel even voel ik me een dakloze die ´s ochtends uit het opvangcentrum is gezet. Wat nu te doen? We hebben welgeteld twee opties: of we blijven hier op een nat bankje op een hotelkamer wachten, of we lopen naar het volgende dorp. We besluiten naar Navarrete te lopen; dertien kilometer verder. Niet dat we er veel zin in hebben maar het is van beide mogelijkheden de minst kwade.

 Veel praten doen we niet onderweg; we hebben er allebei even geen zin in. Na zo´n acht kilometer pauzeren we even op een bankje met een slokje water en een reep uit ons noodrantsoen (bedankt voor de tip, Ben!) Het is Moederdag vandaag en dus bel ik even naar mijn moeder om haar -weliswaar per telefoon- een dikke kus te geven. Het is fijn om haar stem weer even te horen. De laatste kilometers gaan opeens een stuk makkelijker.
We komen in Navarrete aan om 11.30u en nemen er een hotelkamer.
Dat hebben we wel verdiend vinden we. We gaan om beurten lekker lang in bad. We doen ons wasje en poetsen en waxen onze schoenen.




Als even later ons wasje aan de lijn hangt te drogen gaan we naar een barretje om een hapje te eten.




We genieten van deze (halve) rustdag. Als de zon zich ook nog heel even laat zien kan onze dag eigenlijk niet meer stuk. Het stemt ons hoopvol.
Het is nu 17.30u en er staan nog twee dingen op ons programma.
We gaan natuurlijk nog even het internet op om eerst ons gastenboek te lezen (zo leuk! als iemand een berichtje heeft geplaatst) en om ons dagverslag te typen. Daarna een hapje eten en vervolgens weer op tijd naar bed. Marie-Jose

Maandag 12 mei - Van Navarrete naar Azofra
Vannacht heb ik voor de eerste keer eens goed door geslapen. Wat een weelde! Een blik uit het raam in de vroege ochtend laat een strak heldere hemel zien. Het belooft een zonnige dag te worden. We gaan op weg voor een korte route van zestien km naar Najera zodat we nog een halve rustdag overhouden... dachten we....



We lopen onder een stralende zon, de laatste regenwolken zien we verdampen aan de horizon. De regenjassen zijn opgeborgen, de paden zijn opgedroogd, de ellende van de voorgaande dagen snel vergeten. Al gaande beginnen we ons snel beter te voelen.
De pauzes worden weer kleine picknickjes langs de weg van waaruit we tevreden lachende medepelgrims aan ons voorbij zien trekken. Het landschap veranderd langzaam. De bergen worden heuvels en de graanvelden maken plaats voor eindeloze wijngaarden. We bevinden ons duidelijk in de provincie La Rioja.

Om half twaalf komen we aan in Najera waar we eindelijk van onze eerste koffie en thee kunnen genieten. Onderweg naar Najera hebben we weer enkele ooievaars op de diverse kerktorens gezien.

In Najera worden we aangenaam verrast door een prachtig schouwspel. Op een hoge rotswand nestelen honderden ooievaars. Je hoort ze klepperen.
Tientallen ooievaars scheren boven ons hoofd. Ik voel me een bevoorrecht mens dat ik dit mag aanschouwen. Erg indrukwekkend!


Het prachtige weer en de mooie omgeving heeft ons zo opgemonterd dat we besluiten door te lopen naar Azofra. Daar vinden we een mooie refugio; wederom krijgen we een tweepersoons kamertje. Weliswaar een stuk kleiner dan in Navarrete maar de privacy is welkom.
Het is nog maar half twee in de middag dus we douchen snel, doen ons dagelijks wasje en gaan van het zonnetje genieten. We liggen zeven km voor op ons schema.
Jolanda

Dinsdag 13 mei - Van Azofra naar Grañon

Pas om 07.30u verlaten we de mooie refugio van Azofra. Het is erg bewolkt maar gelukkig is het droog. We vechten ons door een paar opstartpijntjes heen en hebben al snel de cadans weer te pakken. Het landschap is weer anders. We lopen nu opeens weer tussen eindeloze graanvelden op heuvelachtig terrein. Het is net een groot Teletubby landschap. De vergezichten kunnen me niet echt boeien en al snel ben ik in gedachten verzonken.

 En weer loop ik opeens te denken aan ´hen die er niet meer zijn´. Het is niet voor het eerst deze tocht. Sommigen zijn in mijn gedachten al meer dan eens een stukje met me meegelopen. Met de een praat ik bij, met de ander haal ik herinneringen op. Het is telkens prettig gezelschap. Ik ben blij dat we ooit hebben besloten om deze reis een extra doel te geven door te lopen voor het KWF. Hoe bescheiden dan ook, het is een bijdrage. Ik weet niet of het de vermoeidheid is maar ik voel dat ik snel geëmotioneerd word.
We bereiken Santo Domingo de la Calzada. Hier willen we de kathedraal bezoeken maar deze blijkt door hekken slechts gedeeltelijk toegankelijk. Wel zien we het kippenhok (met haan en hen) waardoor deze kathedraal beroemd is geworden. Het verhaal gaat dat als de haan kraait wanneer men zich in de kathedraal bevindt dat een gunstig teken is voor de pelgrimage. Ter informatie: de haan gaat als een gek tekeer. Het komt goed met ons.

Rond kwart over twee, na 21.7 km, bereiken we Grañon. 
De refugio bevindt zich hier in de toren van de kerk: heel bijzonder. Via smalle steile trapjes bereiken we de zolder.
Hier liggen tien slaapmatjes aan de ene kant van de ruimte en tien aan de andere kant. We kiezen twee matjes uit en als ik op mijn matje zit om mijn rugzak uit te pakken zie ik dat ik pal onder het dakraampje lig. Het bevalt me niets. Ik besluit om naar de overkant te verhuizen.
Amper een kwartiertje later komt er een kleine onweersbui over en stroomt het water via het dakraampje naar binnen. Pfff..... net op tijd weg!
We douchen ons, doen ons wasje en hangen dat te drogen boven de gewelven van het schip.
In deze refugio wordt om 20.00u gezamenlijk gegeten. De pelgrims moeten zelf koken. Drie Duitse vrouwen nemen de taak op zich om voor vijftig pelgrims te koken. Ik bemoei me er wijselijk niet mee; ik word al zenuwachtig als ik voor zes mensen moet koken! Ik snijd wel wat groenten.
In de kleine keuken is het een drukte van jewelste. Er wordt soep gekookt en een gemengde sla gemaakt. Al snel ruikt het heerlijk. Om 19.00u is er een heilige mis in de kerk en een aantal pelgrims twijfelt even of ze er heen zullen gaan of niet. Tot de chefkok lachend roept in vreemd Duits dialect: "denk dran, kein Kirch, kein Supp". We gaan dus naar de kerk en alhoewel ik er bijna niets van kan verstaan, doet het me toch wat. Als de mis bijna ten einde is, worden alle pelgrims naar voren gevraagd. Wat schuchter schuifelen we naar voren. Ik begrijp dat we de zegen meekrijgen voor de rest van onze reis. Ik ervaar het als een speciaal moment.
Terug in de refugio genieten we van de gezamenlijke maaltijd. Ik heb nog nooit zo´n lekkere soep gegeten. Om 22.00u duiken we weer ons bedje in. Het wordt een ellenlange nacht!
Marie-José


Woensdag 14 mei - Van Grañon naar Villafranca Montes de Oca
 
Vandaag lopen we een flinke tocht: 28 km. Kilometers lang lopen we langs de snelweg op een parallel gelegen grindweggetje. Het weer is goed, half bewolkt met een lekker zonnetje. Het landschap is nog steeds glooiend groen maar het begint voor ons saai te worden.
Drie meter rechts van ons denderen de grote vrachtauto´s ons voorbij. We hebben een lekker tempo. Af en toe wordt ons pad versperd door enorme waterplassen. We moeten een weg er omheen zoeken en dat lukt niet helemaal met droge voeten.

Om half twaalf komen we aan in Belorado. We nemen de tijd voor een heerlijke tapas lunch. Vanaf Belorado is het nog twaalf km naar Villafranca Montes de Oca. Dreigende regenwolken pakken zich boven ons samen. De eerste bui kondigt zich al snel aan. De striemende regen teistert ons gezicht. Er staan populieren langs de weg, en even wanen wij ons in Nederland.
Onderweg zien we weer een aantal honden, die verwaarloosd aan de ketting liggen. Ze hebben vaak alleen maar een hok, gebouwd van afvalmateriaal, als onderkomen. Het gaat mij als hondenliefhebster erg aan het hart.
Twee kilometer voordat we Villafranca bereiken, krijgen we de tweede bui over ons heen. In de verste verte is geen pelgrim meer te zien. Samen doorstaan we ook deze hoosbui. Om half vier bereiken we dan eindelijk de herberg. Tot onze verbazing zien we medepelgrims die wij al ver voor Belorado achter ons hebben gelaten. De busmaatschappij heeft waarschijnlijk goede zaken gedaan...
Het dagelijks ritueel vindt weer plaats: douchen, wasje wassen en ons bed opmaken.
Tot onze ergernis ontdekken we dat er wederom geen internet is. We eten in een soort van chauffeurscafé. Het is niet slecht. Er is niets te beleven in dit dorp, dus om 21.00u duiken we weer ons slaapzakje in.
Jolanda

Donderdag 15 mei - Van Villafranca naar Atapuerca

Als ik om 06.30u wakker word en de slaapzaal van deze refugio rond kijk is het me een raadsel dat ik überhaupt geslapen heb vannacht. In dit klaslokaal van een voormalige school liggen allemaal oude matrassen op de grond. Het is echt vies hier. Ik ben blij dat ik mijn eigen slaapzak, lakenzak en kussensloop bij me heb. We springen onder de douche, pakken onze rugzak in en om 07.15u zijn we weer (zonder ontbijt!) onderweg.
De route begint meteen met een stevige klim van meer dan een uur lang. Niet bepaald mijn idee van een rustige start. Alweer ben ik blij dat ik -op het laatste moment- toch heb besloten om mijn wandelstokken mee te nemen. Klimmen blijk ik namelijk voor een aanzienlijk deel ook op armkracht te doen.
Ik maak -voor mijn doen- opvallend veel foto´s. Niet dat hier veel moois te zien is, maar het is telkens een goed excuus voor een kleine adempauze. Het is koud; mijn vingers zien zelfs blauw van de kou. Om beurten hoesten we er lelijk op los. Allebei hebben we een fikse verkoudheid opgelopen gisteren.
Nadat we de top van de Monte del Oca hebben bereikt, lopen we enkele uren over de beboste bergrug. De met mos begroeide eikenbomen zien er niet bepaald gezond uit.
We zijn trots op onszelf als we Atapuerca bereiken. We hebben deze achttien km echt op karakter gelopen.
In de refugio staan gelukkig normale bedden. En we hebben hier weer toegang tot het internet zodat we onze dagverslagen kunnen typen. We hebben per slot van rekening nog twee dagen in te halen. Het avondeten wordt hier al vanaf 18.00u geserveerd. Voor ons is dat gelukkig een normale tijd.
Marie-José

Vrijdag 16 mei - Van Atapuerca naar Burgos
Vannacht heb ik voor de verandering maar eens op een zitbankje in de keuken geslapen. We hebben met vijf pelgrims een benauwd kamertje van vier bij drie meter. Ik doe al nachten lang geen oog dicht met al die snurkers en ik weet al gauw dat als ik in mijn bedje blijf er weer een slapeloze nacht zal volgen. Een opgevouwen deken wordt mijn matrasje. Maar ondanks de vrije ruimte in de keuken kan ik de slaap pas tegen half vier vatten. Hier zijn vooral mijn eigen hoestbuien debet aan.
Vandaag gaan we op weg naar Burgos. Daar willen we aanstaande zaterdag onze eerste echte rustdag doorbrengen. We zijn vroeg weg, om 06.20u.
Het heeft vannacht flink geregend en als we vertrekken valt de regen nog steeds gestaag. We lopen over een glibberig rotspad en als we boven zijn, zien we in de verte een grote stad liggen. We denken dat het Burgos is. Ons lijkt de afstand klein maar er staat toch 21,4 km voor. We kunnen vaag de stads geluiden horen.
We lopen door de kleine voorstadjes van Burgos. Het zijn straten met verlaten, soms half ingestorte huizen.
De huidige bewoners zijn nu de duiven en wellicht nog ander gespuis. Soms staat er ineens een mooi bewoond huis tussen twee bouwvallige woningen. Het ziet er allemaal maar macaber uit. Rond 11.00u arriveren we in het industriegebied van deze stad. Dit stuk van de route staat er om bekend, dat velen deze kilometers met de bus afleggen. Het is zeker nog tien km lopen voordat je in de oude binnenstad van Burgos bent.
Bij een bushalte zien we inderdaad tientallen pelgrims staan wachten op de bus. Wij niet. Wij zijn hier gekomen om te lopen en dat is precies wat we doen. Eigenlijk zijn we best blij met de verandering in ons blikveld. De graanvelden zijn we al lang beu.
Als we in de oude binnenstad aankomen gaan we meteen op zoek naar een hotelletje. Maar dat valt even tegen. Een beetje teleurgesteld zetten we dan toch maar koers naar de refugio.
Morgen kijken we verder uit naar een hotel. We willen in ieder geval de stad bezichtigen.
Jolanda

Zaterdag 17 mei - Rustdag in Burgos
Vandaag hebben we een welverdiende rustdag. We blijven in Burgos, een prachtige stad.
We beginnen maar eens met een bezoek aan de kathedraal.
Niet alleen de kerk met dubbele torens, vier portalen, drie schepen en diverse kapellen, maar ook de talrijke kunstschatten maken het tot een imposant geheel.
Als we een kleine twee uur later de kathedraal uitlopen, schijnt de zon. Tijd voor een kopje koffie op het terras. Het is leuk om te zien hoe een nieuwe lading pelgrims de binnenstad bereikt. Ze kijken hun ogen uit, net zoals wij dat gisteren deden.
Daarna lopen we naar ons hotel. We moeten ons wasje nog doen en als we daar te lang mee wachten krijgen we dat niet meer droog. Als even later alles aan de geïmproviseerde waslijn hangt (onze extra schoenveters) en we op het punt staan om aan een tweede ´stadstour´te beginnen valt de regen weer met bakken uit de lucht. "Ja hoor eens even.... Nu is het wel genoeg geweest!"
We blijven dus nog maar even op de hotelkamer. Via het Spaanse journaal raken we weer een beetje op de hoogte van het wereldnieuws. Vervolgens gaan we -tussen de buien door- toch maar even naar de supermarkt voor onze dagelijkse boodschappen. Deze bestaan meestal uit brood en een stukje kaas, stukje worst of blikje tonijn; onze lunch voor de volgende dag.
Vroeg in de avond zoeken we een restaurantje op voor ons pelgrimsmenu. De voorgerechtjes zijn bijna overal hetzelfde: rijst met melk (blehh), pasta of een gemengde sla.
Als hoofdgerecht kunnen we meestal kiezen uit vis, vlees of kip. Een enkele keer is het schandalig weinig (zeker gezien onze dagelijkse inspanningen) maar meestal is het overdadig veel (zelfs voor deze doorgewinterde carnivoor).
Het belooft een heerlijke nacht te worden: schone lakens en een schoon kussen. Eindelijk eens een nacht zonder dat we (passief) aan actieve immunisatie doen.
Marie-Jose

Zondag 18 mei - Van Burgos naar Hontanas
Een lekker bedje, een eigen badkamer, echte handdoeken. Met een beetje weemoed trek ik de deur van onze hotelkamer dicht. Het is 06.10u. We begeven ons buiten op straat en in plaats van de verwachte stilte van een op zondagochtend in diepe slaap zijnde stad worden we totaal verrast door honderden uit gefeeste jongeren op weg naar huis. Nuchter zijn ze niet meer dus we proberen ons er zo snel mogelijk doorheen te laveren.
Vandaag staat een tocht van vijfentwintig km op het programma maar het zullen er zes meer worden; eenendertig dus. Het is zoals we gewend zijn de laatste dagen bewolkt en fris. We zijn al blij dat het droog is. Mijn verkoudheid zit me danig in de weg, ik heb een moeilijke start. Pas na zeven km en twee paracetamols kom ik weer op stoom. Ik heb besloten dat het maar eens afgelopen moet zijn met het gehoest en heb me erg warm aangekleed. Dat wil zeggen, ik heb mijn regenjas over alles aangetrokken, misschien kan ik de bacillen er uit transpireren.
We lopen door de buitenwijken van Burgos de stad uit. Daarna volgt een gebied met verwaarloosde, wild groeiende vegetatie en soms onwelriekende luchtjes. Doordat we gisteren van een rustdag genoten, hebben we een dag achterstand op de groep pelgrims waar we de laatste week de avonden mee hebben doorgebracht. Maar misschien is het wel leuk weer eens andere gezichten te zien.
De heuvels veranderen. Elke keer als we boven komen lopen we op uitgestrekte plateaus. Het lijkt dat je laag en vlak loopt maar in werkelijkheid lopen we toch op hoogte.
Onderweg doet de zon haar uiterste best om door de bewolking heen te breken maar zonder veel succes. Daarentegen worden we zo en dan vergezeld door een onwelkome metgezel: regen.
Ons einddoel voor vandaag zou Sambol zijn. De beloofde refugio staat ergens midden in een weiland. Het ziet er meer uit als een schapenstal. Nergens een dorp te bekennen. Niet alleen wij, maar ook andere pelgrims zijn erg teleurgesteld. Dit betekent dat we zes km verder moeten lopen naar Hontanas.
Oeps, zes km betekent bijna twee uur lopen. Het wordt een kwestie van de knop omzetten en doormarcheren. We kunnen de man met de hamer nog net afwenden. Om kwart over twee komen we in Hontanas aan.
De eerste refugio is al vol en we vinden een bed in de gemeentelijke herberg. Even erg moe maar een warme douche doet wonderen. Voor vanavond 19.00u hebben we ons pelgrimsmenu gereserveerd. Het programma voor de rest van de avonduren is jullie al wel bekend.
Jolanda

Maandag 19 mei - Van Hontanas naar Itero de la Vega
Vandaag staan we wat later op. Door de lange wandeling van gisteren gaat het allemaal wat moeizaam. Het is gelukkig droog buiten en dat is al heel wat!
Als we na 9,7 km lopen in Castrojeriz aankomen is het pas 10.00u. Op een bankje eten we wat (oud) brood en kaas.
Na deze korte pauze lopen we verder. Itero de la Vega is nu nog maar 10,7 km en dat moet dus makkelijk te doen zijn. Maar.... vlak na Castrojeriz moeten we een berg over.
Het stijgingspercentage is behoorlijk en het kost dan ook de nodige moeite om boven te komen. Pffff..... ik vind dit echt afzien!
Als we eindelijk boven zijn, draaien we ons om en hebben even het ´on top off the world´ -gevoel. Na een laatste ´looking down on creation´ gaan we verder.
Het vlakke plateau is niet erg breed en dus staan we even later aan de andere kant van de berg naar een steile afdaling te kijken. ¨Ja hoor, dat kan er ook nog wel bij!¨
Eenmaal beneden ben ik blij als ik de berg achter me kan laten. Als even later -eindelijk- een flauw zonnetje te voelen is, kan me dit niet meer opvrolijken.
Ik zit er helemaal doorheen. Zelfs nadenken over iets zinnigs lukt me niet meer. In mijn hoofd zitten nu alleen nog maar domme liedjes.
Ik heb ze nodig om verder te komen. Het zal duidelijk zijn in welke toestand ik nu verkeer! Ja, uhhh.... het kan niet elke dag een feestdag zijn hoor!
Ik ben echt ´finito´als we uiteindelijk Itero de la Vega bereiken. Na het douchen en de was doen, nestelen we ons in de tuin van de refugio en genieten nog even van het zonnetje. ¨He, he... zo had ik het me voorgesteld!¨
Na het avondeten ben ik blij als ik om 20.00u eindelijk in bed lig.
Marie-Jose


Dinsdag 20 mei - Van Itero de la Vega naar Carrion de los Condes
Even vooruitlopen op deze dag: het is een erg leuke, een beetje aparte dag geworden. We willen een lange etappe afleggen (27,5 km) dus dit betekent altijd vroeg weg. Om zeven uur gaan we de deur uit. Het is stil op straat. Nou, bijna dan: zoals elke ochtend worden we vergezeld door honderden kwetterende, vrolijk fluitende vogels. Daartussen door hoor je het constante getik van twee wandelstokken: mijn maatje die het ochtendritme te pakken wil krijgen. Onze goede wil wordt beloond: voor de (pas) derde keer in onze caminotijd zien we een strak blauwe hemel. De mist hangt over de velden en in de dalen. Het is een prachtige zonsopkomst. Een grote gele bal achter ons komt langzaam boven de mist uit.
Vijf km goed doorstappen in dit ochtendgloren en dan komt ons een oud mannetje tegemoet. Hij wil graag onze naam en nationaliteit voor zijn archief. Hij is een ´Amigo de los Perigrinos´, zoals ook zijn button vertelt. Ik wed dat hij dit tochtje elke ochtend onderneemt. Tot zijn laatste snik. Zoals gewoonlijk is er in het eerste dorp geen koffie en thee en moeten we weer even doorbijten. Maar allez, we hebben geweldig weer en een echte hooibaal op het erf van een boer wordt onze ontbijttafel. Water, stokbrood van gisteren en kaas.
Na veertien km vinden we ons terrasje voor koffie en thee in Fromista. Op het terrasje maken we kennis met een groep op leeftijd zijnde Oostenrijkse vrouwen uit Tirol. Ze worden vergezeld door een cameraploeg van de ORF. Deze dames doen op hun eigen manier de camino: dat wil zeggen bijna 800km per bus en heel even lopend op de weg om de filmbeelden wat op te leuken. De dames horen direct dat wij uit Nederland komen en ze zijn geïnteresseerd in onze rugzakken. Even optillen en de bewonderende oeh en ah´s zijn niet van de lucht. Dan willen ze de rugzakken omgehangen hebben.
Ja hoor, zo trots als een pauw. Alles wordt gefilmd en om de reportage compleet te maken, wil de filmploeg een interview met een echte pelgrim. Met mij dus. Daar sta ik dan, naast de Oostenrijkse Linda de Mol een interview af te geven. Lachen!! Voor de liefhebber, richt je schoteltje op de Oostenrijkse ORF en wie weet zie je mij op TV.
Om 11.00u verlaten we Fromista. Ons pad gaat de verdere kilometers pal naast de P980. Gelukkig een rustige weg. We lopen nog steeds door de Meseta. Voor ons frisgroen en in de zomer geel en dor. We worden werkelijk gedragen door het zonnige weer. Het is bijna niet te beschrijven wat dit met je moraal doet. De blauwe lucht is gevuld met kleine schapenwolken. Ik zweer het je: voor mijn beeldgevoel loop ik uur na uur dwars door het bureaublad van WindowsXP. Computergebruikers kennen dit beeld wel. Tot in de oneindigheid glooiende groene heuvels met daarboven een prachtige wolkenhemel.
We komen aan in Villacazar de Sirga. 27,5 km hebben we nu afgelegd. Ik heb het helemaal gehad. Pijnlijke voeten en last van mijn luchtwegen. Er is een refugio. Gelukkig. Dan kan ik eindelijk mijn schoenen uitdoen. Een blik op de hospitalero doet mij besluiten MJ aan te sporen verder te gaan. Als hij ook de schoonmaakdienst hier doet..... Nog zes km naar Carrion de los Condes. Ik weet op het moment dat ik deze beslissing neem, ik over mijn grens zal gaan. Nog zes km doorbijten. Na 33,3 km kom ik op mijn laatste krachten bij de refugio. Deze wordt beheerd door de Zusters der orde Clarissen. Dit is een schone herberg. Uitgeput zit ik op mijn bed. De tranen blijven niet lang weg. Ik moet me even laten gaan. Een koude douche pept me weer op en ik ben klaar voor de pelgrimszegen die we om 19.30u gaan ontvangen.
Jolanda

Woensdag 21 mei - Van Carrion de los Condes naar Terradillos de los Templarios
Een nieuwe dag, een nieuw begin.
Als eerste moeten we vandaag een stuk van zeventien km over de Spaanse meseta zonder enige onderbreking. Het is een lang en eentonig stuk, toch is het niet saai.
Aan de kant van de weg zien we telkens een grote variatie aan bloemen en kruiden: klaprozen, margrieten, distels, lupines, korenbloemen, brem, lavendel, wolfskruid, tijm, rozemarijn en nog veel en veel meer. Zo lopen we de ene geurwolk uit en de volgende weer in. Als ik opeens tegen Jolanda zeg: "Ruik jij het ook? Het ruikt hier naar lieveheersbeestjes!", kijkt ze me aan of ik van Lotje ben. Ik laat het maar zo. Het ziet er niet naar uit dat ik haar kan overtuigen.
Maar voor wie er ooit nog eens op wil terugkomen: ík beweer dat lieveheersbeestjes een bepaalde geur hebben. En ík kan het weten want ik heb er als kind genoeg gevangen. (Okay, okay..... het is lang geleden, ik geef het toe, maar toch!) Het is me al vaker opgevallen dat de meest onzinnige dingen nog steeds keurig netjes in mijn geheugen opgeslagen blijven. En dat terwijl belangrijke dingen opeens zomaar gewist blijken....ra, ra!
Het is iets bewolkt vandaag maar af en toe schijnt toch even de zon. Zo tikken we kilometer na kilometer op de denkbeeldige teller. Het is allemaal vlak terrein vandaag en dus een makkie voor ons. Helaas moeten we onze ogen constant op het pad gericht houden. Kiezels en grote keien zorgen er voor dat we telkens moeten kijken waar we onze voeten neerzetten. Eén stap verkeerd en je kan lelijk je enkels bezeren.
Bovendien probeer ik ook nog telkens alle overstekende rupsen, wormen, kevers en slakken te ontwijken. Je kan als pelgrim toch moeilijk zomaar Gods schepsels moedwillig vermorzelen? En zeker geen slakken! Sinds ik het idee heb dat ik begin te vergroeien met mijn rugzak, voel ik me steeds meer verbonden met die beestjes. Het is opeens nét familie van me! Ik weet het trouwens zeker: op het moment dat ik moedwillig een slak vermorzel, komt er meteen een gigantische KingKong (mét LOWA wandelschoenen aan) om de rekening te vereffenen...... BENG, weg MJ!
Met dit soort vreemde overpeinzingen werk ik me de meseta door. Ik concludeer gelukkig dat ik nog steeds prettig gestoord ben!
In Calzadilla de la Cueza nemen we lunchpauze. We genieten van een broodje en een kopje koffie (of thee) als er opeens een grote kudde schapen door het smalle straatje wordt gejaagd. Ze rennen rakelings langs ons af; het is een leuk gezicht.
Na 26,2 km naderen we Terradillos de los Templarios. Hier staat een tamelijk nieuwe, groots opgezette herberg. Hier gaan we overnachten. Na het gebruikelijke ´wasje-plasje´lopen we naar het dorp voor de boodschappen. We worden -voor de verandering?- weer eens overvallen door een hevige regenbui. Ach, who cares...
Om 19.00u kunnen we hier aan tafel. En omdat hier verder weinig te beleven valt én omdat we het inmiddels zo gewend zijn, zullen we wel weer op tijd onder de wol liggen!
Marie-José

Donderdag 22 mei - Van Terradillos de los Templarios naar Bercianos
We lopen nog steeds door de Meseta. Het zal voor jullie lezers misschien wel saai worden als wij elke dag dit landschap beschrijven. Ik doe toch nog een poging. Dagenlang lopen we al door onmeetbare graanvelden. Ik heb mijn hele leven nog nooit zó veel graan gezien. Ik ben er van onder de indruk. Elke dag weer.
Het gebied waarin we nu wandelen zijn de huizen en zelfs de kerktorens gebouwd van leem. Door de zon gedroogd leem. Adobe genaamd. Het is een vreemde aanblik voor ons ´baksteen´mensen. Ik krijg stiekem de neiging de punt van mijn wandelstok in de lemen muren te steken maar ik vrees dat ik dan een catastrofe veroorzaak...
Desalniettemin, de huisjes staan al sinds jaar en dag in weer en wind. Het zal dus wel in orde zijn.
Ons pad voert ons vandaag in ieder geval naar de stad Sahagún. Daar gaan we allereerst op zoek naar een arts. Ik ben nu al ruim een week flink aan het hoesten. Vooral ´s nachts gaat het mij slecht. Het hoesten is een onaangenaam probleem. De pelgrims gaan zelfs sneller lopen omdat ze niet meer met mij in één slaapzaal willen vertoeven......
Na even zoeken in Sahagún vinden we een medisch gezondheidscentrum waar een arts mij onderzoekt. Gelukkig constateert hij geen bronchitis. Met een recept staan we om half elf weer buiten. Op een terrasje overleggen we wat te doen. Hier blijven in deze stad of verder gaan. Als op ons routeschema een wat grotere stad zich aankondigt, zoals Sahagún, dan verheugen we ons daar altijd wat op. Want een stad betekent toch winkels, mensen en vooral léven! Maar niets is minder waar. Tot nu toe heeft voor ons alleen Burgos zich als stad waargemaakt. Zoals vele andere kleine stadjes is Sahagún aan het verpauperen. De oude huizen zijn bouwvallig en de graffiti springt je overal in het oog.
Het besluit verder te gaan is dan ook gauw genomen. We lopen een acht km verder naar Bercianos del Real Camino.
De refugio huist ook in zo´n oud lemen huis. Toch heeft het wel wat. De bedden staan onder dikke houten dakbalken. In de lemen muren zie je de steunbalken zitten. Ik denk dat zolang we niet tegen de muren leunen er niets gebeurt...
De douches zijn in ieder geval warm, zij het dat het water druppelsgewijs uit de douchekop komt. Je haren uitspoelen is een beetje mikken. Onze kleding wassen we buiten en hopelijk krijgen we de was droog voor dat we naar bed gaan.
Om 20.00u is er een gezamenlijke maaltijd in de herberg. We kiezen er voor dit keer met de andere pelgrims mee te eten in plaats van onze gebruikelijke gang naar een restaurant voor een pelgrimsmenu.
De maaltijd is eenvoudig: wat rijst met doperwten en twee mini kippenvleugeltjes. De weegschaal zal er blij mee zijn. Ik ben minder happy met het eten. Tegen kwart voor negen liggen we alweer in ons stapelbedje. Dankzij de medicijnen van de Spaanse arts ga ik een goede nacht tegemoet.
Jolanda

Vrijdag 23 mei - Van Bercianos del real Camino naar Mansilla de las Mulas
Het is al 07.00u als ik wakker word. Kennelijk heb ik goed geslapen.
Zittend op mijn bed bekijk ik de activiteiten om me heen. Zal ik eens een geheim verklappen? Pelgrims zijn viespeuken! Het was ons al de eerste dagen opgevallen dat we ´s ochtends steeds de douches voor ons alleen hebben. Maar het is zelfs nog erger: het grootste deel van de pelgrims slaapt ´s nachts in wandel- of fietskleding. ´s Ochtends gaat er alleen even een deodorantje onder de okseltjes door... en weg zijn ze. Wij niet, wij hebben telkens drie kwartier nodig voordat we buiten staan. Maar ja... ons ruik je dan ook niet.
In regenkleding gaan we weer op weg. Het is droog maar er hangt een dreigende lucht. Na acht saaie kilometers zijn we in El Burgo Ranero; het is tijd voor een ontbijtje. Aan de overkant bij de bushalte zien we weer een aantal bekenden van ons staan. Wij snappen daar niets van. Het zijn waarschijnlijk de mensen die straks thuis met veel bla-bla over ´hun camino´vertellen. Ik ken dat soort mensen.

Zelf doen we de laatste dertien km Meseta uiteraard ´a pie´. We krijgen het wel voor onze kiezen: een sterke wind -schuin van voor- maakt het zwaar.
In Reliegos nemen we nog een kleine pauze voordat we aan ons volgende (en laatste) stuk van zes kilometer beginnen.
Moe, maar blij dat we de Meseta eindelijk achter ons kunnen laten, komen we, na 27 km, aan in Mansilla de las Mulas.
In de refugio treffen we helaas een koude douche. Eigenlijk hebben we beter verdiend, maar ja.
We besluiten onszelf maar eens te verwennen: we gaan het dorp in voor een lekker glaasje bier!
Marie-Jose

Zaterdag 24 mei - Van Mansilla de las Mulas naar León
Gisteren was de sterfdag van mijn vader en natuurlijk wil ik graag een kaarsje voor hem opsteken alsmede voor andere dierbaren die mij ontvallen zijn. Het probleem is een kerk te vinden die open is. Tot nu toe vinden we op onze tocht alleen maar kerken die overdag gesloten zijn. Sommige ook nog eens met een groot afgesloten hek er om heen. Men kan alleen terecht als er een avondmis is. Daarom ben ik al een aantal dagen eerder begonnen met het opsteken van een kaarsje in die ene kerk die wel toegankelijk is. Maar gelukkig, op deze voor mij toch wel belangrijke dag vind ik in Mansilla de las Mulas een kerkje, daar heb ik dan toch nog enkele kaarsjes kunnen verlichten.
Gisteren had ik vaak het gevoel dat ons pap op mijn schouder zat en een aantal kilometers bij me was. Hij zou vast erg trots geweest zijn op mijn prestatie.
Waarom zijn die kerken dicht zal je je afvragen? Het is toch een religieuze tocht? De hospitalero van onze herberg in Mansilla vertelt ons dat er de afgelopen jaren erg veel door pelgrims(!) uit de kerken gestolen wordt. Zo erg dat de kerken nu overdag worden afgesloten. Wij hebben tijdens deze tocht al vaker gehoord van stelende pelgrims. Gelukkig zijn wij er tot nu toe van verschoond gebleven. Maar er zijn medepelgrims bestolen van geld, camera´s en telefoons.
Vandaag gaan we op weg naar León. De stad van de Kathedralen. We zijn nu dik over de helft van onze tocht. Als we in León aankomen dan hebben we zo´n 470 km te voet afgelegd.
Tegen half acht zijn we al weer op weg. Over het weer zullen we het maar niet hebben. We zijn al blij dat het droog is. Het lopen gaat voorspoedig en al snel lopen we in de voorstadjes van León. Een enkele keer moeten we de drukke autosnelweg oversteken. En dan ligt de stad voor ons in het dal : León.
Het is een totaal andere stad dan Burgos. De oude binnenstad wemelt van de kleine smalle straatjes, met winkeltjes en cafeetjes. Het ziet er allemaal erg gezellig uit.
We gaan snel op zoek naar een hotelletje want in León gaan we van onze rustdag genieten. Nadat we gesetteld zijn gaan we de stad in. Bij de kathedraal treffen we een oude bekende. Het is Leonie die ons in Burgos achter gelaten heeft. Dit is erg leuk. Even samen de ervaringen van de laatste dagen uitwisselen.
Terug in de hotelkamer is het gewoonweg genieten van de rust. Een eigen kamer met bad en tv. En nog beter; géén andere mensen om me heen. Ohh.. heerlijk....
Rond een uur of zeven gaan we weer de stad in om een restaurantje te zoeken. Bij de kathedraal is het een drukte van jewelste. De bruidsparen komen af en aan en staan in de rij om in de kathedraal getrouwd te worden. De vele bruiloftgasten zien er uit om door een ringetje te halen.
Ik weet niet waarom maar het lijkt wel een nationale trouwdag vandaag.
Vanavond hoef ik eens niet zo erg vroeg naar bed. Morgen uitslapen!
Jolanda

Zondag 25 mei - Rustdag in León
In de hotelkamer worden we wakker met -nog steeds- een gevoel van overdadige luxe. We horen geen gerommel en er is niemand die ons voor dag en dauw op straat zet.
Pas om 10.00u staan we buiten. Eigenlijk willen we eerst op zoek naar een refugio zodat we daar onze rugzakken kunnen dumpen. Maar we zien veel Spanjaarden op straat; allen zijn ze op weg naar de kathedraal.
We zijn er snel achter: vandaag vieren ze hier een religieus feest. Het is de dag van La Festividad del Corpus Christi. Diverse groepen (parochies?) verzamelen zich op het plein voor de kerk.
Het is allemaal pracht en praal wat we zien: heiligenbeelden, bloemstukken en religieuze gewaden. Net als alle andere toeristen hebben we het druk met filmen en foto´s maken.
Als de stoet vertrekt voor een processie door de stad, gaan wij alsnog op zoek naar een refugio.
We kunnen terecht in de herberg van de Benedictessen. Mannen en vrouwen slapen hier gescheiden; misschien dat we vannacht iets minder last van gesnurk hebben dan we gewend zijn.
Dan is het eindelijk tijd voor een uitgebreide brunch. Als ik in een restaurantje de bestelling doe, merk ik voor de zoveelste keer dat mijn geringe kennis van het Spaans toch wel enorm gewaardeerd wordt hier. Het Spaans gaat me steeds beter af. Niet alleen leer ik snel woorden bij, maar ook de aanvankelijk aanwezige drempel is weg. Mensen worden op slag vriendelijker en doen opeens alle moeite om je te helpen als ze in het Spaans worden aangesproken. Ik, op mijn beurt, vind het vreemd dat er een leger pelgrims onderweg is en slechts weinigen een beetje Spaans kennen. Erger nog: ik zie pelgrims boos worden omdat men ze niet begrijpt als ze Engels of Duits speken.
In de loop van de middag verkennen we de prachtige binnenstad en lopen langs de rivier die León doorkruist.
Als we terugkomen op het plein voor de Kathedraal zien we weer veel pelgrims; voor ons (bijna) allemaal nieuwe gezichten, want dat is het gevolg van een rustdag houden: opeens zit je in een nieuwe groep. Aan de lengte van sommigen te zien zou het wel eens kunnen zijn dat we wat meer Nederlanders gaan ontmoeten. Ze steken met kop en schouder boven de rest uit en hebben een ´Edammerige´ blik. Enfin, we zullen het vanzelf wel merken.
Onze tocht door de stad heeft ons ook de locatie van een echt Pizza restaurantje opgeleverd. En een Pizza lijkt ons vandaag wel een aangename variatie op het menu.
We moeten er voor zorgen dat we uiterlijk om 21.30u terug in de refugio zijn. Want slapen bij de Benedictessen betekent namelijk wel dat we om 21.30u gezamenlijk naar de mis gaan en daarna.... naar bed.
Marie-José

Maandag 26 mei - Van León naar San Martin del Camino
Om kwart over zes wordt in de vrouwenzaal van onze refugio al weer druk in rugzakken gerommeld. Én het is waar, er is vannacht weinig gesnurkt en als er al gesnurkt is, is het op een laag pitje. En ik kan het weten: ik heb erg goed geslapen!
De rustdag ligt achter ons, de wandelschoenen gaan weer aan de voeten en de wandelstokken worden op maat gezet. We zijn weer 'op camino'. Via de buitenwijken van León verlaten we de stad. Het is maandagochtend en León komt langzaam tot leven. De inwoners gaan naar hun werk. Het stadsverkeer wordt met de minuut drukker. Pas na een dik uur lopen vinden we het eerste open barretje voor onze koffie en thee. Het ontbijt bestaat uit een plakje cake, meer is er niet op deze vroege ochtend.
Wederom moeten we vandaag regelmatig de snelweg oversteken. Levensgevaarlijk en voor Nederlandse begrippen onvoorstelbaar. Kilometers lang lopen we langs de N120 die als een rode draad door onze tocht loopt. Allebei lopen we in stilte met onze eigen gedachten. Er is een moment dat ik aan het thuisfront denk. Mijn gemoed schiet direct vol. Ik betrap mezelf erop dat ik naar huis verlang. "Kom op", zeg ik tot mezelf, "die laatste 300km kunnen er ook nog wel bij ".
Ineens komt het zonnetje te voorschijn. Héél even. En meteen komt het liedje " Let The Sun Shine, Let The Sun Shine", weer in mij op. Zoals wel vaker de laatste weken. Het is bijna ons lijflied. Van wie was het ook al weer.......
Het verkeer raast langs ons heen. Na 21 km komen we in Villadangos del Páramo waar we de refugio induiken. Volgens de aanwezige hospitalera kunnen we zelf ons bed uitzoeken. Ze komt vanavond terug om onze credentials af te stempelen. Een lange gang met kleine kamertjes zonder deuren. We zien maar liefst drie-hoog stapelbedden aan weerzijden, van wat meer een gevangeniscel lijkt dan een slaapkamer.
Het geheel ziet er erg onfris uit. We zijn inmiddels wel wat gewend, maar dit slaat alles! Ik mep even met mijn wandelstok op de matras. Verbeeld ik het me of zie ik wérkelijk een vlooiencircus een show afgeven? Naarstig zoeken we naar het routekaartje voor morgen: 4.5 km verderop ligt de volgende refugio. Vlug de rugzakken weer op de rug en op naar San Martin del Camino.
De refugio ligt direct langs de weg. We komen binnen in een modern fris nieuw gebouw. De knoflook lucht komt ons tegemoet. De hospitalera staat te koken in de keuken.
Het ziet er allemaal lekker uit. Onze extra inspanningen worden beloond. Het sanitair ziet er netjes uit. De bedden, twee stapelbedden van twee personen elk, zijn schoon. Hier blijven we vannacht.
De hospitaleros zijn bezorgd en op een prettige manier voor hun gasten bezig.
We doen ons wasje en zoals iedere dag hebben we onze eigen centrifuge bij ons; zoals vroeger in het zwembad; met tweeën je handdoek draaien tot het meeste water eruit is. Zo doen we het ook met onze broeken, blouses en t-shirts. We moeten iets met dit weer om het droog te krijgen.
Om 20.00u wordt in de herberg onze maaltijd geserveerd. Het is koud buiten en binnen brandt een heerlijk warme houtkachel.
Gezellig! We zitten aan tafel met drie heren uit Zuid-Duitsland. We hebben een geanimeerd tafelgesprek over oktoberfeesten en grote pullen bier. Een van de drie mannen blijkt een Kapucijnerpriester te zijn. En plotseling krijgen we een diepgaand gesprek over het katholieke geloof van deze laatste jaren. Ik ervaar het als een prettig gesprek zo vlak voor het slapen gaan...,
Jolanda

Dinsdag 27 mei - Van San Martin de Camino naar Astorga
Zoals bijna elke ochtend word ik rond half vier in de ochtend wakker. Eigenlijk heb ik mijn slaap al weer uit. Het is benauwd in de kamer, alles zit dicht; echt niet prettig. Kennelijk val ik toch weer in slaap want om 06.15u word ik nogmaals wakker. Ik ben blij dat ik nu mag opstaan: ik heb frisse lucht nodig!
Vandaag gaan we naar Astorga. Het eerste stuk van de route loopt weer evenwijdig aan de N120 ; niet echt spannend dus.
In Hospital de Órbigo stoppen we even voor een kopje koffie.
Als we daarna het dorpje via de oude brug willen verlaten zien we opeens een groep van zo´n dertig pelgrims op de brug staan. Waar komen die nou opeens vandaan? Als we ze naderen zien we pas waar we mee te maken hebben: Camino toeristen! Allemaal dragen ze smetteloze schoenen en een klein rugzakje met dagbagage. Ze stoten elkaar aan en wijzen naar ons: "Kijk daar, daar heb je twee échte!" We voelen ons meteen een bezienswaardigheid. De groep loopt een stukje met ons mee en verdwijnt dan in een gereed staande bus; óp naar het volgende traject.
Vlak na Hospital de Órbigo kunnen we kiezen uit twee routes: ´n korte route langs de N120 of een langere route door heuvelachtig gebied. Omdat we inmiddels zijn verworden tot echte wandelmachines kiezen we voor de langere route. De extra afstand maakt ons niets uit, als we maar wat moois te zien krijgen. Het blijkt een goede keuze: we lopen weer door kleine dorpjes, vele akkers en veel natuurlijke vegetatie. Voor het eerst zien we ook tientallen koeien. Dan pas realiseren we ons dat we bijna geen vee buiten zien staan. We hebben deze hele tocht alleen schapen gezien en twee ezeltjes. En gedurende de hele tocht hebben we -zeggen en schrijven- één paard buiten gezien; een witte schimmel. Nou...., da´s nou ook toevallig, dat dacht ík nou ook meteen: Amerigo!
Het is rond 12.00u als we in het dal vóór ons Astorga zien liggen. Het is een mooi gezicht omdat het enige straaltje zon dat we vandaag te zien krijgen, nét over de stad schijnt.
Het duurt nog een hele tijd voordat we de stad eindelijk binnenlopen. Het is er meteen aangenaam: het is markt op het plein en er heerst een gezellige drukte. De stad heeft veel leuke pleintjes en veel musea. Het bisschoppelijk paleis is onmiskenbaar van de hand van Gaudi.
Als we in de oude refugio aankomen beginnen we eerst maar weer aan ons dagelijks ritueel: douchen en de was doen. Als ik mijn kleding naast elkaar op bed zie liggen, zie ik dat alles onderhevig is aan versnelde veroudering. Wat wil je ook.... dragen, wassen, dragen, wassen, dragen, wassen enz enz. Ik vrees dus dat alles bij thuiskomst meteen de kliko in kan. Nog even volhouden please; nog een dikke twee weken en dan mogen jullie op eeuwige vakantie.
Daarna gaan we het stadje bezoeken. Helaas treffen we weer alles gesloten: het is siësta. Dus moeten we wachten tot 17.00u voordat we onze boodschappen kunnen doen.
Om 19.00u kunnen we in een nabijgelegen restaurant ons pelgrimsmenu bestellen.
Wedden dat we daarna weer snel in bed liggen? Waarschijnlijk krijgen we slaap niet meteen te pakken maar we kunnen in ieder geval terugdenken aan een heerlijke dag!
Marie-José


Woensdag 28 mei - Van Astorga naar Rabanal del Camino
Om 07.00u verlaten we Astorga met haar kathedraal en de vele Romeinse schatten waar de stad bekend om staat. Ik heb aardig wat opstartproblemen. Gisterenavond heb ik me op Plaza
Mayor verstapt op de natte gladde keien die het plein opsieren. Gevolg is dat mijn linkerknie, waar ik toch al twee weken geen last meer van heb, weer erg gevoelig is. Het kost me kilometers voor ik er een beetje doorheen gelopen ben. Gelukkig ben ik alweer twee nachten hoestvrij. Alleen overdag bij grote inspanning speelt het me nog parten. Ik loop nog steeds op codeïne.
We wandelen door het land van de ' Maragatos '. Het is een prachtig gebied aan de voet van de bergen. De aarde is rood gekleurd. Heel apart. Gecombineerd met de kleuren geel en wit van de meters hoge brem, de kleur paars van heerlijk geurende lavendel, die hier volop aanwezig is. Het is een prachtig geheel. En nog wat; we ontdekken champignons en cantharellen in het gras.
De grootste spelbreker is de zon die het jammerlijk laat afweten. Want met het licht van een stralende zon is dit stuk natuur méér dan prachtig. In plaats daarvan zien we vóór ons dikke grijze regenwolken de bergen omhullen. En als wij ons omdraaien zien we beneden Astorga liggen onder een straal blauwe hemel. We worden er bijna gefrustreerd van.
Vandaag stijgen we van 860 naar 1150 meter. Het stijgingspercentage is niet hoog. Over de 21 km af te leggen afstand gaat het ' vals plat ' omhoog. Geen probleem, ware het niet dat we in zeer ijle lucht verkeren. Weinig zuurstof dus. Dit maakt het lopen extra zwaar.
De oude huizen hier zijn gebouwd van gestapelde stenen. Een totaal ander aanzien weer dan de lemen huizen. Maar de lemen huizen blijken toch degelijker te zijn. We zien vaak nog enkele stapels stenen; ooit een huis geweest.
We komen in Rabanal del Camino. De refugio is nog niet open. Op de deur staat dat er maar 24 plaatsen zijn. We zetten onze rugzakken in de rij op plaats zes en zeven. In ieder geval hebben we een bed. De herberg wordt beheerd door een Amerikaans echtpaar. (Twee weken vrijwillig en dan komen er weer andere vrijwilligers). In de keuken brandt de kachel en krijgen we koffie, thee, koekjes en andere lekkernijen. Wat een verwennerij.
Om 19.00u is er de pelgrimsmis. Een klein kerkje, het is vol. Even voor half acht is de mis uit. We zetten snel mijn berichtje op het weblog en besluiten eens niet het eentonige pelgrimsmenu te nemen maar zelf te gaan koken. Althans...MJ kookt en ik ruim op. Snel naar de supermercado. Het wordt een heerlijke maaltijd. Dat weet ik zeker!
Jolanda

Donderdag 29 mei - Van Rabanal del Camino naar El Acebo
We vertrekken rond 07.45u in zeer dichte mist. We zien geen hand voor ogen. Het zicht is hooguit twintig meter: dit hebben we nog niet meegemaakt. De weg gaat meteen tamelijk steil omhoog en dat zal zo de eerste uren blijven. We stijgen vandaag naar het hoogste punt van onze tocht: 1504 meter. De lucht is al merkbaar ijler. Tel hierbij onze verkoudheid op en het zal duidelijk zijn dat we het behoorlijk zwaar hebben allebei. Tot overmaat van ramp begint het ook nog te regenen.
Hoe is het toch mogelijk dat we zo´n pech hebben met het weer? De paden veranderen weer onmiddellijk in een vreselijke modderpoel. Zwijgend ploeteren we door. Dit stond niet in ons draaiboek. We pauzeren in Foncebadón voor een kopje koffie en thee. Als we naar buiten kijken zien we opeens dat de lucht openbreekt: eindelijk! Af en toe komt er een zonnetje door de wolken heen.
We vervolgen onze weg en komen ongemerkt terecht in een -voor ons- vreemd verschijnsel. We lopen nog steeds in de wolken maar af en toe is er dus ook dat zonnetje.
Zó zien we prachtige uitzichten en twee minuten later staan we weer in dichte mist (wolken dus), raar hoor!
Maar onze stemming is onmiddellijk 180 graden omgeslagen. We vinden het opeens fantastisch om hier te lopen. Dit berggebied, de Montes de León, zijn adembenemend. We zien bergtoppen bedekt met sneeuw en ijs en een prachtige vegetatie.
Om 10.00u bereiken we eindelijk Cruz del Ferro op 1504 meter hoogte. Het is een pelgrimsmonument waar bijna elke pelgrim iets achterlaat wat van thuis is meegenomen. Meestal is dat een steen als symbool van de last die men met zich meedraagt en waarvan men zich kan bevrijden door de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Cruz del ferro is dan ook een ijzeren kruis op een enorme berg stenen. Niet iedereen beleeft Cruz del Ferro hetzelfde. Ik zie pelgrims die zich triomfantelijk laten fotograferen boven op de berg stenen maar ik zie ook iemand dikke tranen huilen. Ook ik laat hier iets persoonlijks achter. Bovendien neem ik hier afscheid van mijn beschermengeltje!
Er is iemand die weet waarom. Marie-José

Vrijdag 30 mei - Van El Acebo naar Ponferrada
We beginnen om kwart voor acht aan de 8.5 km lange afdaling naar Molinaseca. Het is prima wandelweer, droog, wel bewolkt met een aarzelend zonnetje. De regenkleding blijft in de rugzak.
De eerste kilometer gaat over een asfaltweggetje maar algauw verlaten we die voor smalle paadjes. We gaan naar beneden over rotspaden, rivierbeddinkjes met leistenen ondergrond en grote losse keien. Het is een avontuur vanjewelste en beiden genieten we met volle teugen. Geweldig, dit is het helemaal. Goed kijken waar je je stokken en voeten neer zet, en gaan!
Als we dan weer op een klein plateautje staan kijken we elkaar glunderend aan; " Yes, we did it!"
We dalen midden in het gebergte; aan de ene kant van ons hoge rotswanden en aan de andere kant een diep ravijn. Een stapje verkeerd en je bent snel beneden...Het is gewoonweg fantastisch!
De stilte van de bergen om ons heen wordt alleen doorbroken door het prachtige gezang van de vele vogels, het zetten van onze schoenen op de rotsen en het getik van onze wandelstokken.
Ook horen we weer een trouwe metgezel; de koekoek. Elke dag laat hij zich horen.
Wat een afdaling!
Molisaneca is een klein toeristisch bergdorpje, maar wederom, we zien niemand op straat. Het is uitgestorven op de passerende pelgrims na. We nuttigen hier ons kopje koffie en thee en bij een boertje kopen we een kilo kersen. Een lekkernij.
We vervolgen onze weg door het dal naar Ponferrada. Nog zeven km te gaan. Er staan kersenbomen, olijfbomen, notenbomen, vijgenbomen, amandelbomen en wijnranken. Noem het maar op. Het lijkt wel een grote boomgaard. We zien ook weer ooievaars en ditmaal kunnen we zelfs de jonge ooievaartjes in het nest zien zitten. Het blijft boeien.
Het is of de duivel er mee speelt; we arriveren bij de refugio in Ponferrada en ja hoor, het begint te regenen. Ponferrada is een middelgrote stad. We zijn er al vroeg in de middag dus we gaan vanmiddag een beetje de toerist uithangen.
Als we ons bed gevonden hebben wordt er eerst boodschappen gedaan. In de refugio is een grote keuken dus koken we vandaag toch maar weer zelf, da´s wel zo lekker! En vandaag zeker want nu ben ik aan de beurt. Wat kook ik dan? Dat is het geheim van de kok!
Jolanda


Zaterdag 31 mei - Van Ponferrada naar Cacabelos
Het is 07.30u als we Ponferrada (stad met opvallend veel flats) weer in westelijke richting verlaten. Het is half bewolkt en het is droog. We kunnen kiezen uit twee routes: eentje langs de provinciale weg en eentje dwars door kleine dorpjes.
We lopen in totaal ander gebied dan de afgelopen dagen; dit is een breed dal met allemaal kleine dorpjes. De dorpjes zijn aan elkaar geregen door kleine stukjes landbouwgrond.
Het lijkt wel of iedereen hier voor zichzelf ´boert´.
We lopen door Columbrinos (hier woont kennelijk ´het grote geld´) en dan door Fentes Nueves. Zo rond 10.00u kunnen we de broekspijpen afritsen en zelfs het fleecevest kan in de rugzak. We lopen door Camponaraya waar we koffie, thee en een ´bocadillo con queso´ nemen.
Als we Cacabelos bereiken begint het te regenen....... regen, regen... hoe kan dat nou?
Omdat we geen zin hebben om alweer flink nat te worden (we zijn allebei nog steeds verkouden) besluiten we om te stoppen. Bovendien ziet Cacabelos er best gezellig uit. Als onze was weer op de drooglijn van de refugio hangt gaan we eerst lekker wat tapas eten.
Een uurtje later is het droog en kunnen we heerlijk een stukje langs de mooie rivier lopen die dwars door dit dorpje stroomt.
De oevers zijn aan beide zijden helemaal begroeid met koolzaad en klaprozen. Hier kunnen we heerlijk even blijven zitten, denken we.
Totdat het opeens opnieuw gaat regenen. @!XL6g&%@!!XZf9HD¬@!WQ[U^¿çR!! Grrrrrrrrrrrrrrrrrrr!! Ik kom naar huis (denk ik). Okay, geintje, geintje !!
Marie-José

Zondag 1 juni - Van Cacabelos naar Trabadelo
Vandaag moet ik op pad zonder mijn beste vriend; mijn wandelstok. Gistermiddag is hij na dik 600 km gebroken. Tja, het was toch wel Blokker kwaliteit.... Marie-José heeft haar Blokker stokken nog, maar ze worden wel steeds korter.... Maar goed, misschien kom ik onderweg nog een leuke stok tegen.
We lopen richting Villafranca del Bierzo. De eerste zeven km van deze dag. Het pad naar Villafranca del Bierzo gaat door het laaggebergte. Desalniettemin hebben we enkele pittige klimmetjes te verwerken. We worden omringd door prachtige wijngaarden.
Het oog wordt weer geweldig beloond. Na een aantal kilometers vind ik aan de kant van de weg een prachtige wandelstok. Een échte! Even de bast eraf pulken en een paar wormen verwijderen en ik kan weer omhoog!
In Villafranca del Bierzo vinden we een gezellig terrasje waar we van onze eerste koffie en thee genieten. Men noemt deze stad ook wel " klein Santiago" vanwege het grote aantal kerken en pelgrimsherbergen.
Er zijn hier twee mogelijkheden om de Camino te vervolgen. De eerste is de "Camino Principal". Deze route gaat door het dal en is vrij makkelijk te doen. De andere keuze is de " Camino Duro" ofwel " De Zware Weg" . Deze route loopt over de berg heen. Volgens onze wandelgids is de stijging vrij steil en erg inspannend. Maar daarentegen is deze route wonderbaarlijk mooi.
Het is voor ons een dilemma ; wat doen we? De kleine beklimmingen die we zojuist achter de rug hebben vielen ons tegen. De benen zijn vandaag niet goed. De verleiding is groot om over de berg te gaan, maar is het verstandig? Na wat overleg met locale Spanjaarden besluiten we de route door het dal te nemen. Deze is volgens zeggen ook erg mooi.
Met toch nog steeds de twijfel in ons hoofd lopen we het dal in. De asfaltweg waarover we gaan is ingeklemd tussen rechts van ons hoge bergwanden en links van ons eerst een diep ravijn met beneden een snel stromende rivier. Daarachter direct weer hoge steile bergwanden. Er is gaas over de rotsen gespannen om steenval te voorkomen. Soms zien we bomen op de berg die zowat horizontaal liggen. Het is een vreemd gezicht, net alsof de berg op zijn kant ligt.
Twaalf kilometer lang is dit dal en inderdaad erg mooi. We hoeven eigenlijk geen spijt te hebben dat we deze route genomen hebben. Maar stiekem blijft het bij beiden een beetje knagen.
Iets voor tweeën komen we aan in Trabadelo ons einddoel voor vandaag. We hebben er twintig kilometer op zitten. We vinden snel de herberg. Het ziet er keurig uit. We doen onze dagelijks terugkerende dingen. De zon schijnt en we hopen vandaag nog onze was droog te krijgen...
Ondanks dat het zondag is, kunnen we gelukkig bij de plaatselijke supermarkt onze boodschappen doen. We koken vandaag weer zelf. En als we na al deze dagelijkse beslommeringen lekker in het zonnetje zitten treffen we een Nederlandse pelgrim. Laura, oorspronkelijk uit Breda nu woonachtig in Utrecht. Laura twijfelt of ze zal doorlopen of blijven. We ontdekken dat ze prettig gestoord is. Maar misschien doen we haar daar wel mee te kort. Ze is apart, maar toch eigenlijk wel erg interessant. Net als wij denken dat ze vertrokken is, steekt ze haar hoofd om de hoek en vraagt of we toevallig ledervet bij ons hebben. Natuurlijk, Marie-José heeft alles bij zich. Even later komt Laura terug en als tegenprestatie geeft ze mij een acupressuur massage. Ze heeft me horen hoesten en zegt dat het genezend zal werken. Ze is nu een aantal uurtjes weg en ik hoest vrolijk verder. Ons eten is vandaag een campingmenu. Ooit een blikje gehaktballen opengemaakt zonder blikopener? Veel is hier niet doen; om negen uur liggen we alweer in bed.
Jolanda.

Maandag 2 juni - Van Trabadelos naar Vega de Valcarce
Om 07.15u staan we buiten voor de refugio te wachten op onze taxi........
We lijken wel gek maar we gaan het écht doen: we laten ons per taxi terugbrengen naar Villafranca del Bierzo om alsnog de Camino Duro te lopen!! Gistermiddag hebben we tot vervelens toe moeten horen hoe mooi die route was. En wij hadden gekozen voor de route door het dal. Achteraf hadden we daar dus behoorlijk spijt van. Toen gistermiddag Laura ook nog eens begonnen te vertellen hoe mooi de route over de bergrug was, zei ik gekscherend: "Nou, dan gaan we morgen toch gewoon met de bus terug en lopen alsnog over de bergrug...". Tot mijn verbazing zei Jolanda: " Dat is nog niet eens zo´n gek idee". Barbara, een Duitse pelgrim, zei meteen:" dann geh ich mit". Gelukkig zijn we niet enige gekken hier.
En dus stappen we alle drie tegen 07.30u in de taxi die ons terug naar Villafranca del Bierzo brengt. Om 08.00u verlaten we dit dorp voor de tweede keer, nu via de Camino Duro. Het gaat inderdaad onmiddellijk steil omhoog.
Alle drie puffen en zuchten we naar boven. Na een klein half uur wordt het iets makkelijker. We klimmen nog wel maar nu beduidend minder snel. We lopen op hoogte en inderdaad over de bergrug.
De uitzichten zijn prachtig. Maar de echte schoonheid van deze route zit in de afdaling: we lopen door een bos met honderden kastanjebomen.
Overal waar je kijkt zie je alleen maar kastanjebomen. Sommige bomen hebben een omtrek van meer dan 3,5 meter. Het is net of we in een sprookjesbos lopen; fantastisch!
Om 11.45u zijn we weer terug in Trabadelos, ons vertrekpunt vanochtend. We lopen door naar Vega de Valcarce anders zijn we helemaal niets opgeschoten vandaag.
De refugio hier ziet er niet geweldig uit maar er is in dit dorp nóg een refugio dus lopen we nog even door. Helaas, de tweede refugio ziet er zelfs nog erger uit. Nou kunnen we inmiddels wel wat hebben maar soms kan het schijnbaar tóch te ver gaan.
We nemen dus een hotelkamer; kost wat, maar dan heb je ook wat. Het schone bed, de mooie badkamer en de echte handdoeken ervaren we weer als een enorme luxe.
We zijn vandaag slechts zeven kilometer opgeschoten maar we hebben er geen seconde spijt van gehad. Het was geweldig!!
Marie-José

Dinsdag 3 juni - Van Vega de Valcarce naar Alto do Poyo
Om 07.20u zitten we vandaag al aan onze eerste koffie en thee. Dat komt maar zelden voor. Barbara loopt vandaag nog een dagje met ons mee. Een leuk mens. Goed gebekt en ze is helemaal zich zelf. We lopen vandaag zonder een bepaald einddoel. We liggen veertien km achter op ons schema door onze stunt van gisteren. We zijn genoodzaakt dit schema nu los te laten; we kijken wel waar we uitkomen.
De eerste elf km gaan al direct berg op. En hoe!! We beginnen op een asfaltweg, dat valt nog mee, maar al gauw gaat de route over rotsachtige paadjes door een fris groen bos en mooie velden. De wandelgids kan in de prullenbak. Het gaat véél steiler omhoog dan gisteren. Hoezo " Camino Duro" gisteren, de zogenaamde zware camino, de berg van vandaag is er een van de buiten- categorie!
Het klimmen gaat mij vandaag goed af. Ik voel me helemaal in mijn element. Het enige wat me parten speelt is mijn gehoest. Door de inspanning van het klimmen moet ik noodgedwongen extra pauzes inlassen om mijn luchtwegen schoon te hoesten.
Door het fantastische weer hebben we geweldige uitzichten. We zien gebergten zover het oog reikt. Om half twee hebben we een pauze halverwege de berg in La Faba. Het wordt een pauze van dik drie kwartier omdat de bediening zwaar te wensen over laat. En dan gaat het weer omhoog. Naar O´Cebreiro waar we om half twaalf aankomen.
We vallen midden in een filmset. Er wordt blijkbaar wéér een film gemaakt over de Camino. Dit keer groots opgezet. Ze zouden óns moeten filmen; échte pelgrims die de berg op zwoegen met een bepakking van twaalf kilo op je rug!!
O´Cebreiro is niet meer dan twee souvenirwinkeltjes, een kerk en een bar. En een pelgrimsherberg. We verzamelen vandaag stempels voor ons credential. Onderweg naar boven hebben we er al twee gehaald. Hier krijgen we er één in de bar en in de kerk maar liefst drie! Een record.
We blijven hier niet want we hebben pas elf km op de teller staan. Verder klimmen...
We komen steeds hoger en passeren oude boerderijen. Zo nu en dan komt ons een oud boertje tegemoet die zijn koeien van de weide heeft gehaald om te melken.
Op pure doorzettingsvermogen komen we boven op de top. Alto do Poyo. We zitten op 1300 meter hoogte na twintig km klimmen. Wauw, wat zijn we goed....
Er is hier een refugio. Heel erg spartaans, niet schoon, maar we hebben geen keuze. Het is op. Kwart voor drie. Verder gaan betekent misschien helemaal geen bed.
Ondanks dat er hier helemaal niets is (het ergste is dat er geen winkel is voor de proviand van morgen) blijven we hier.
Om zes uur ga ik douchen, een beetje laat maar daardoor misschien kans op warm water. Warm water krijg ik. Douchen doe ik met de ogen stijf dicht, de muren niet aanraken en met teva´s aan mijn voeten. Snel inzepen, afspoelen en klaar. Poh.. dat douchen zo´n afzien kan zijn...
Tegen de verwachting in is ons pelgrimsmenu, voor € 8,00 lekker. Wat we niet opeten wordt buiten aan de straathonden gegeven. Die eten ook lekker dus.
Vanavond gaat voor de eerste keer het thermisch ondergoed aan. Het is steenkoud in de slaapzaal. Het wordt weer een lange, lange nacht....
Jolanda

Woensdag 4 juni - Van Alto do Poyo naar Sarria
Om 07.00u staan we ´bepakt´weer buiten. Ook Barbara (uit het Duitse Beieren) die het kennelijk leuk vindt om nog een dagje met ons mee te lopen is van de partij.
Vanochtend zijn we hier niet meer onder de douche geweest! Het was hier gewoon té vies!
We zien de zon opkomen boven de berg. En dat gaat véél sneller dan we verwacht hadden; binnen één minuut is de hele bol zichtbaar. Ik ben in opperbeste stemming want vanaf vandaag hebben we geen bergen of heuvels van betekenis meer.
Ons eerste doel van vandaag ligt twaalf km verder: Triacastela. We lopen nu nog tamelijk op hoogte maar we dalen snel af. Het is helemaal helder én de zon schijnt.
Beneden ons ligt het dal verscholen onder een dikke witte wolk. Van bovenaf lijkt het net een groot meer. Het is een fascinerend gezicht.
Tijdens ons afdalen zijn we in de veronderstelling dat de wolk onder ons wel opgelost zal zijn tegen de tijd dat we beneden zijn. Dat is dus niet zo. Het duurt niet lang of we lopen vanuit een zonnige situatie zó de nevel in; een vreemde ervaring!
Om 10.15u zijn we in Triacastela. We kopen een brood bij de plaatselijke bakkerij (het hele assortiment blijkt te bestaan uit hetzelfde stokbrood (!) met als keuze: óf een grote óf een kleine), doen onze verdere inkopen bij de supermarkt en drinken koffie en thee in een barretje.
Om 10.45u zijn we weer ´on route´. Ons volgende doel is Samos en ligt negen km verder. Dit dorp is bekend om het prachtige klooster dat twee kruisgangen heeft. Ook de refugio is in dit klooster ondergebracht.
We komen om 14.15u in Samos aan. We zijn blij dat we er eindelijk zijn want we zijn moe. Het was geen gemakkelijke tocht vandaag. Als blijkt dat de refugio pas om 15.00u open gaat, gaan we eerst maar even een sapje drinken op het terras. We overleggen wat we gaan doen. We kunnen wachten tot de refugio open gaat, óf we kunnen nog dertien km doorlopen naar Sarria. Uiteindelijk kiezen we voor het laatste. Het zal niet lang duren voordat we merken dat het een verkeerde beslissing is.....
De laatste dertien km naar Sarria is een route die loopt door een prachtig gebied. Dichte bossen, velden en weides en af en toe een klein boeren dorpje van twee of drie huizen.
Het is telkens verwonderlijk als blijkt dat er nog mensen wonen. De boerderijtjes zijn zó vervallen dat je verwacht dat ze leegstaan. Maar hier wonen wel degelijk nog mensen. Kleine boertjes die een beetje aan landbouw en een beetje aan veeteelt doen. We zien ze soms lopen met hun koeien van de ene naar de andere weide, of van de weide naar de stal. Allemaal zijn ze hoogbejaard. Jonge mensen zijn hier nergens te bekennen. Misschien dat die af en toe nog -in het weekend- hun ouders komen bezoeken?
Maar eigenlijk zijn we te moe om van deze omgeving te genieten. We hebben het duidelijk verkeerd ingeschat. Over de laatste dertien km doen we maar liefst 4 uur! Pas om 18.30u komen we in Sarria aan. We hebben vandaag 3 x 20 minuten pauze gehad in een wandeldag van 11,5 uur. We zijn bek-af! Het vóelt wel als een prestatie maar echt trots op onszelf zijn we niet. De laatste uren hebben we amper één woord gewisseld en de stemming was ver beneden peil.
We gaan onder de douche en stoppen daarna alles wat maar wasbaar is in de wasmachine. Dan gaan we naar het restaurant maar eigenlijk zijn we gewoon te moe om te eten.
Als we terug in de refugio komen kunnen we nog niet naar bed omdat we moeten wachten op de wasdroger. En voor het eerst in onze camino-geschiedenis krijgen we een enorme woordenwisseling! We hadden het al gelezen op internet; het was voorspelt...
Door de moeheid zijn we allebei super geïrriteerd en dus knalt het behoorlijk!
Marie-José

Donderdag 5 juni - Van Sarria naar Portomarín
We vertrekken om 07.15u. Van Barbara hebben we zojuist afscheid genomen. We gaan weer ieder onze eigen Camino.
Vandaag gaat het rustig aan. Drieëntwintig km is voldoende. De zesendertig km van gisteren zitten nog deels in onze benen, maar ook nog in ons hoofd...
De tocht gaat door grazige weiden, vruchtbare akkers en groene bossen. De velden worden gescheiden door leistenen muurtjes. De paden waarover we lopen zijn gedeeltelijk nog overblijfselen van de oude historische pelgrimsroute. We moeten vele waterloopjes oversteken.
Soms liggen er stapstenen maar ook af en toe staat het water je bijna enkelhoog. De paden liggen vol koeienstront, door het vele water is het één grote shitzooi...
We praten over gisteren en vinden langzaam de harmonie weer terug. Gelukkig...
Onderweg passeren we wel twintig kleine oude gehuchtjes, vaak onbewoond. De vervallen huisjes worden nu als koeien of geitenstal gebruikt.
Om 11.00u komen we aan het 100 km punt. Op zich stelt het niet zoveel voor, een betonnen paal met " à 100 km" erop. Verder vindt menig pelgrim het nodig zijn of haar naam erbij te kalken. Jammer.
Tegen half twee komen we dan aan in Portomarín. Het plaatsje ligt tegen een berg en aan de buitengewoon brede rivier Miño.
In onze gids lezen we dat het oorspronkelijke dorp in 1962 onder water is verdwenen na het aanleggen van een stuwdam. De belangrijkste gebouwen zijn steen voor steen afgebroken en weer precies zo tegen de berg opgebouwd.
Zoals zo vele stadjes in Noord-Spanje is ook dit stadje ingedut. Een bed vinden we in een nieuwe particuliere herberg. We zijn net ons bedje aan het opmaken als we een oude bekende zien. Onze prettig gestoorde, leuke, tegen de hoest acupressuur massage gevende Laura. Het weerzien is hartelijk.
Omdat we onderweg niet veel gegeten hebben, eten we een pizzaatje in een restaurant met uitzicht op het water. Boodschappen doen we in de plaatselijke supermarkt. Veel hebben ze niet te bieden. Het wordt het gebruikelijke bronwater, stokbrood en een stukje kaas. Onze proviand voor morgen.
Jolanda

Vrijdag 6 juni - Van Portomarín naar Palas de Rei
Het is 7.30u als we weer fris en vrolijk buiten staan voor een nieuwe etappe.
Ik maak nog snel even een foto van het grote, witte huis naast de refugio. Waarom ik dat doe? Dan moet ik even iets vertellen van gisteravond:
In het restaurant dat we gisteravond bezochten stonden ´Gambas al Ajillo´ op de kaart. En wie me kent weet dat ik ze nooit kan weerstaan; ik vind ze écht heel erg lekker. Ik heb al een paar keer geprobeerd om ze zelf te maken, maar dat was iedere keer min of meer toch wat teleurstellend. Was er maar een Spaanse die mij kon vertellen hoe het moet, dacht ik. "Weet je wat?", zei ik tegen Jolanda, " ik vraag het gewoon effe aan ´da vrouwke´ daar.
De Señora (ik schat haar 65 jaar) kijkt me eerst even een beetje argwanend aan. Maar als ze merkt dat ik serieus ben en dat ik inderdaad iets verkeerd doe met mijn Gambas al Ajillo ( "nee, niet in de oven!" en " nee, nooit met olijfolie!") wordt ze steeds enthousiaster. Haar man (ik denk 70 jaar) komt ook kijken. Na een klein kwartier moeten we mee naar binnen en staan we bij haar in de keuken. Dit is duidelijk het domein van iemand die plezier in koken heeft! Alles haalt ze (letterlijk en figuurlijk) uit de kast om me duidelijk te maken hoe het moet. En ....... ik snap het ook nog allemaal. Goed van mij, of niet soms? Als ik alles op een servetje heb opgeschreven, bedank ik haar vriendelijk en wil gaan. Maar als toegift geeft ze me ook nog haar lievelingsrecept: merluza con ajo y nata. Ik vind het een vreemde combinatie maar vaak zijn dat toch de lekkerste recepten; ook maar even opschrijven dus. Weer bedank ik haar vriendelijk en zeg dat we nu écht weg moeten want de refugio sluit om 22.00u. Maar zo snel komen we niet weg! We moeten mee naar de kelder.... Daar hebben ze hun eigen wijnmakerij. We kijken onze ogen uit. Drie grote eikenhouten vaten (en als ik zeg gróót, dan bedoel ik ook groot) en een koperen destilleer apparaat. Overal lege plastic (cola) flessen om straks alles in te bottelen. Om een lang verhaal kort te maken....... om 22.30u mogen we gelukkig nog nét de refugio binnen. Wat een ontzettend leuke ontmoeting was dit!
Ik maak dus snel een foto van het huis om de herinnering aan deze bijzonder aardige mensen een beetje levendig te houden.
En dan zijn we weg, óp naar Palas de Rei. We verlaten dit dorp (of noemen ze dit hier al een stadje?) via een ijzeren voetgangersbrug over de Rio Miño. De route van vandaag is 24,5 km lang.
We treffen weer heerlijk zonnig weer. De omgeving waarin we lopen is vandaag niet echt spectaculair. Met een beetje fantasie zou je kunnen denken dat we in Limburg lopen. Wel mooi dus, maar voor ons niet echt ´breath taking´. De huizen hebben hier weer rode dakpannen en dat ziet er meteen weer anders uit. Ons traject gaat vandaag over tamelijk vlak terrein maar toch gaat het moeizaam. Vlak vóór Palas de Rei zien we de eerste eucalyptusbomen. Ik pluk een blaadje, wrijf het tussen mijn vingers, en ruik... Hmmmm, ik vind het eerder naar een Maggi blokje ruiken dan naar eucalyptus. Maar ja, of er ondertussen nog iemand is, die enige waarde hecht aan mijn reukvermogen.. I doubt it!
We zijn blij als we om 14.30u in Palas de Rei aankomen. We nemen de gemeentelijke refugio en horen daar dat er een restaurant in de buurt is waar ze een BBQ-menu serveren. We gaan kijken... het restaurant ziet blauw van de BBQ-rook en het is er erg druk. Dan moet het eten er toch wel lekker zijn? We gaan het gewoon proberen; voor ons is het eigenlijk nog een beetje vroeg maar hier in Spanje is het nou eenmaal óf vroeg , óf laat aan tafel. Er valt niets te kiezen: een spinaziesoep met witte bonen en aardappel vooraf, en dan vlees van de BBQ met frietjes. Het is smullen geblazen! In de hoek van het restaurant staat weer - de ons inmiddels bekende- televisie op Canal+ : stierenvechten. Ik blijf het misselijk vinden om er -min of meer gedwongen- naar te kijken.
Als we het restaurant verlaten hebben we ieder (minstens) vijf tenen knoflook gegeten. Zo, dat schept tenminste ruimte!
Marie-José.

Zaterdag 7 juni - Van Palas de Rei naar Melide
We stappen om 07.15u de herberg uit en het eerste wat in mij opkomt is het liedje: "Oh, what a beautiful morning". Een strak blauwe hemel en de eerste zonnestralen vallen in het dal.
Het belooft een prachtige dag te worden. Maar er is nog iets wat mee zal werken aan die prachtige dag. Marie-José heeft eíndelijk de harde spatschelpen onder aan haar wandelstokken verloren. De decibellen van het getik op de grond is met de helft gereduceerd. Oh, heerlijk, een streling voor mijn oren! We lopen vandaag naar Melide. Na drie lange etappes is dit een welkome afstand, 15,3km.
Melide is een leuke stad om te blijven hangen. We gaan er een halve rustdag van maken.
Het meest opvallende wat we deze etappe zien, zijn smalle, langwerpige bouwsels van natuursteen. Het zijn maïs opslagplaatsen, horréos genaamd.
In de zijwanden zijn houten hekwerken geplaatst met openingen tussen de latten om lucht bij de maïs toe te laten. Als men dit niet zou doen dan gaat de maïs schimmelen. De horréos staan op verhogingen om de muizen te weren.
Om elf uur komen we bij de herberg in Melide aan. We kunnen pas om één uur terecht. Er zit niets anders op dan onze rugzakken bij de deur achter te laten en de stad in te gaan. Dat komt eigenlijk wel goed uit want Marie-José wil zich een Spaans kapsel aan laten meten. (Ze mompelt al drie dagen iets over ene Marita, ik begrijp er niets van...) Ik word dus op een terrasje achter gelaten en MJ gaat op zoek naar een kapper. Het duurt even maar als ze dan terugkomt, herken ik ze alleen nog maar aan de kleding. Geen ´bad hairday´ meer. Tegen 13.00u zijn we terug bij de refugio . Daar hebben zich ondertussen zo´n dertig pelgrims verzamelt die staan ruzie te maken wie als eerste bij de herberg was. En dat terwijl er 130 slaapplaatsen zijn. Het is maar waar je je druk over maakt. We vinden ons bed en doen gauw ons wasje. Dat hangt nu lekker in de zon te drogen. De rest van de dag zijn we vrij. We gaan het stadje weer in om te eten. En daarna... Dan slaat toch wel de verveling toe. Want elke middag zijn in Spanje alle winkels dicht van 14.00 tot 17.00u. Siësta. Ik kan daar niet aan wennen. Voor onze begrippen is dit erg vreemd. Veel pelgrims doen een middagdutje, maar niet voor mij. De nachten zijn al zo lang.
Jolanda.

Zondag 8 juni - Van Melide naar Pedrouzo
Het is nog maar 50,5 km naar Santiago de Compostela.....
We gaan het probleemloos halen, dat is nu wel zeker. Tussen Melide en Santiago zijn er nog maar 2 grote plaatsen met een refugio. Het worden dus óf drie kleine etappes, óf....
We beginnen gewoon te lopen en we zien het wel. Eerst maar eens even kijken hoe het gaat vandaag. We verlaten Melide (we zijn laat; het is al 07.45u) in de motregen. Na een poosje gaat dat over in regen en even later zijn we weer ´tot op ons vel´ kletsnat.
De route loopt door prachtige eucalyptusbossen; hoge bomen met een kale stam. Een stukje verder zijn de bomen wat jonger. Dan zien we opeens dat de jonge bomen aan de onderkant een rond, grijsgroen blad hebben (dat inderdaad een beetje naar eucalyptus ruikt) en aan de bovenkant zit langwerpig, gesteeld blad. (ah.. maggi!) Ik heb er maar meteen een foto van gemaakt want anders gelooft niemand me.
We komen om 11.00u in Arzua aan. We nemen er een lange pauze en eten er een heerlijke sandwich. Zo, nu kunnen we er weer even tegen. We overleggen wat we doen. Als we hier blijven, gaan we ons waarschijnlijk vervelen omdat het zondag is en dus vandaag de hele dag alles gesloten is. Als we verder lopen naar Pedrouzo zullen we in totaal vandaag 32,5 km ´doen´. Dus, wat is wijsheid? Maar als de zon zich weer laat zien en we op de profielkaartjes ontdekken dat de route naar Pedrouzo bijna vlak is, besluiten we om de gok toch maar te wagen. En dus zijn we om 11.45u weer onderweg. De route voert door dichte, donkere bossen en door kleine dorpjes.
Onderweg komen we weer veel oude bekenden tegen. De meesten hebben van ons ondertussen een bijnaam gekregen. We zien Flap-Jap (een Aziatische jongen met schoenmaat 48 die zijn voeten niet afrolt), Paternoster (een zeer gelovige, grijze man die zijn broek optrekt tot onder zijn oksels), Kakalien (een Russische), en nog veel meer oude bekenden, van wie we de bijnamen hier wijselijk maar even niet noemen.
Om 17.00u bereiken we Pedrouzo; moe maar voldaan. Dit keer zijn we wel trots op onszelf. Gelukkig valt er dit keer wat te kiezen en dus slaan we de gemeentelijke refugio over. In de particuliere refugio ziet het er mooi en vooral schoon uit.
Morgen bereiken we ons einddoel: Santiago de Compostela!
MarieJose

Maandag 9 juni - Van Pedrouzo naar Santiago de Compostela
Om kwart over zes loopt ons wekkertje af. Verbaasd kijken we om ons heen. Bijna iedereen is al weg. Wat een haast... Nou ja, laat maar gaan, wij hebben de tijd. Het is nog maar een goede twintig km naar Santiago de Compostela. Waarom haasten?
Onze laatste wandeldag vandaag. Het geeft een dubbel gevoel. Als we in Santiago aankomen is onze tocht voorbij. Jammer, denk ik dan. Maar aan de andere kant betekent aankomen in Santiago ook huiswaarts gaan. En dat is toch ook wel een heerlijk gevoel!
Het begin van onze route vandaag gaat weer door prachtige eucalyptusbossen. Beiden zijn we stil. We lopen in gedachten. Mijn overpeinzingen gaan terug naar de start van onze tocht. Naar wat we beleefd hebben. En hoe ik me zal voelen als we in Santiago de Compostela aankomen.
Na zeventien km arriveren we op Monte do Gozo, 4.5 km van Santiago. Hier maken we bij het pelgrimsmonument een pauze.
Het is ook het moment dat Marie-José besluit afscheid te nemen van haar wandelstokken.
Voordat ik het weet, liggen ze in de container.
En dan is het zover; rond half een komen we aan op het plein voor de kathedraal. WE ZIJN ER!!
Zonder één enkele blaar! En wat hebben we genoten!
We beseffen het nog niet goed. We feliciteren elkaar en kijken voldaan om ons heen. Waar zijn al die andere pelgrims? Het plein is zowat leeg.. We gaan de kathedraal in en ontdekken dat er op dat moment een kerkdienst is. De kerk zit vol pelgrims. Nu weten we meteen waarom iedereen zo´n haast had vanochtend....
Wij die ons zo goed hebben ingelezen op het internet, hebben dit stukje gemist. De pelgrimsmis in de kathedraal is om 12.00u. Jammer, dan maar morgen om 12.00u.
In het pelgrimsbureau worden onze credentials gecontroleerd en krijgen we allebei ons Compostelaat. Een leuk moment. We gaan eerst maar eens een biertje drinken en dan laten we alles op ons in werken.
Jolanda

Dinsdag 10 juni - Dagje Santiago de Compostela
We slapen -de ons nog resterende nachten- in de refugio van het ´Seminario Menor´, een mooi en oud gebouw. Het is er eenvoudig maar wel comfortabel.
Vóór het Seminario ligt een groot park met uitzicht op het oude centrum van Santiago. Gisteravond hebben we daar samen méér dan twee uur gezeten. We hebben er samen onze camino doorgesproken: alles wat we hebben meegemaakt, iedereen die we hebben ontmoet en alles wat we hebben gezien en gevoeld.
We hebben er zitten genieten van het uitzicht en hebben de avond over de stad zien vallen. Het was héél bijzonder. Voor ons voelde dat als afsluiting van onze camino, na de teleurstelling van de gemiste kerkdienst. Om 22.55 u gingen we met tegenzin terug naar de refugio, anders mochten we niet meer binnen.
Om 08.15u worden we wakker en vanuit ons bed hebben we alweer dat prachtige uitzicht over de oude stad. Wat een mooi uitzicht om de dag mee te beginnen.
Na het douchen rommelen we nog wat en daarna lopen we naar het oude centrum voor een ontbijtje. Dit keer zijn we ruimschoots op tijd voor de kerkdienst. We hebben dus nog wat tijd over om wat rond te hangen op het plein voor de Kathedraal. Achter elkaar zien we ze binnenkomen: de pelgrims die hun best hebben gedaan om vóór 12.00u de Kathedraal van Santiago te bereiken. De meesten kennen we, al is het maar van gezicht.
Om 10.30u gaan we de Kathedraal binnen. We willen graag nog een paar kaarsjes opsteken én we willen graag een zitplaats. Nu moeten we nog een uur wachten tot de kerkdienst begint, maar dat is geen ramp. We zien de kerk langzaam volstromen. De pelgrims herkennen we meteen: óf aan hun wandelschoenen, óf aan hun slippers, óf aan hun camino-look (een gehavend gezicht na een valpartij), óf aan hun camino-hoest (en daar doen wij ook nog aan mee).
Om 12.00u zit de Kathedraal stampvol. Langs alle wanden en pilaren staan (behalve mensen) ook rugzakken en wandelstokken. De dienst begint met het gezang van één enkele non. Haar stem vult de hele kerk; het is prachtig.
De dienst is met acht ´Heren´ en maakt zo´n indruk op me dat ik mijn tranen niet langer kan bedwingen. Ik zie dat ik niet de enige ben...
Als we om 13.00u weer op het plein vóór de Kathedraal staan, zijn we allebei nog steeds aangeslagen. Dit was de definitieve afsluiting!
Het is een vreemd idee dat we iets hebben meegemaakt waarvan we de ware impact nooit aan iemand anders kunnen overbrengen. Maar dat hoeft ook niet.
Op een terrasje laten we alles zwijgzaam bezinken en na een poosje komen we weer tot praten.
Het is etenstijd en dus gaan we op zoek naar een gezellig restaurantje. Dat is snel gevonden. Voor de laatste keer laten we ons de Gamba´s al Ajillo goed smaken. ´s Middags eten bevalt ons uiteindelijk toch beter dan ´s avonds om 20.00u.
De rest van de middag besteden we aan souvenirjagen. Allebei willen we graag nog wat meenemen als herinnering aan deze fantastische tocht.
Morgen gaan we met de bus heen en terug naar Finisterre. We hebben ons laten vertellen dat we dat niet mogen missen.
Marie-José

Woensdag 11 juni - Met de bus naar Finisterre
Op onze laatste dag in Spanje ondernemen we een busreis van 2,5 uur naar "het einde van de wereld". De bus rijdt langs de bergachtige kustlijn van West-Spanje. Een erg mooie tocht.
Om 11.30u zijn we in Finisterre en lopen we de 3,5 km omhoog naar de vuurtoren.
Daar aangekomen dalen we de rotsen af.
Dit is de plek waar vele pelgrims afscheid nemen van hun camino. Sommigen verbranden iets: schoenen, sokken of zelfs hun wandelstokken.
Ook staan er her en der achtergelaten wandelschoenen. Ook wij zoeken hier een rotsblok uit.
Dit is ook ons afscheid van de camino. Bijna elke dag heeft onze lunch bestaan uit oud stokbrood en een blikje tonijn. Hier op Finisterre eten wij ons laatste stukje stokbrood met tonijn.
We maken foto´s en genieten van het zicht op de oceaan.
Het is heerlijk vertoeven hier. Tegelijk met ons arriveert er een (nederlandse) bus met toeristen. Sommigen komen aarzelend de rotsen af en staan verbaasd te kijken naar de pelgrimsrituelen. Dit zullen zij nooit begrijpen.
Om 14.00u dalen we weer af naar Finisterre. Onze bus terug gaat om 16.45u. Er is nog tijd voor een terrasje om wat te eten.
We kijken uit over het kleine haventje met zijn vissersbootjes.
Dit uitstapje hoort er gewoon bij. Hier moet je geweest zijn als je de camino hebt gelopen.
Jolanda

Donderdag 12 juni – Vertrek naar Nederland
Vandaag vertrekken we weer richting Nederland. We staan op tijd op en pakken voor de laatste keer onze rugzak in.Dan wandelen we richting busstation. Met de bus rijden we naar het vliegveld.
We hebben eerst een vlucht van Santiago naar Londen Starsted en vervolgens een vlucht van Londen naar Eindhoven. Het is al vroeg in de avond als we weer voet zetten op Nederlandse bodem. Het onthaal door familie en vrienden is hartverwarmend.
Het zal nog even duren voordat alle verhalen loskomen.....
We hebben allebei heel erg genoten van deze pelgrimage. We hebben zó veel gezien en beleefd! Het was in één woord Fantastisch.
Tegen iedereen die overweegt ook ooit deze camino te lopen, kunnen we alleen maar zeggen: doen! Het is een onvergetelijke ervaring